Toolboxen AT
 >  Betreden of Verlaten van je voertuig
Betreden of verlaten van je voertuig

Veel ongevallen ontstaan door het onveilig op- en afstappen. Springen, verkeerd schoeisel, te snel willen zijn, niet respecteren van de 3-puntenregel, enz. Hierbij geven we mee hoe je correct in- en afstapt en hoe je dergelijke ongevallen kan vermijden.

Tijdens het werken draag je steeds de voorgeschreven HOGE veiligheidsschoenen. De veters moeten vast tot minstens het voorlaatste gaatje. Enkel indien je persoonlijke medische klachten hebt, kan je bij de arbeidsarts vragen naar lage veiligheidsschoenen. In de cabines zelf mag de schoen worden uitgedaan (bv. bij een langdurig transport) en kan er een alternatieve schoen worden aangedaan. Let wel, de schoen die je draagt in de cabine moet steeds volledig omsloten zijn. Insteekpantoffels, klompen of andere mogen dus niet worden gebruikt in de tuigen. Het is ieders verantwoordelijkheid om zijn/haar schoenen dagelijks te onderhouden. Wees aandachtig voor zowel binnen- als buitenkant. Verlucht voldoende en houdt het leder soepel door vuil te verwijderen. Vergeet je zool niet vrij te maken.

Vrachtwagens zijn voorzien van een op- en afstaptrede en handgrepen om op een veilige manier in of uit het voertuig te stappen, en toch gebeuren ongevallen bij het in- of uitstappen.
En letsel op termijn, ontstaan door het uit of van materieel “springen” aan bijvoorbeeld gewrichten. Ongevallen kunnen vaak eenvoudig voorkomen worden door uit te stappen op een veilige manier.
Dit betekent in elk geval:
• Wacht totdat het voertuig helemaal stil staat voordat je uitstapt.
• Overtuig jezelf en kijk in de spiegels. Controleer de dode hoek.
• Open het portier terwijl je met de andere hand de deurgreep vasthoudt.
• Controleer of de ondergrond, de treeplank of straat, goed vlak is.
• Stap altijd gecontroleerd en rustig uit. Je stapt altijd met het gezicht naar de cabine in en uit.
Je hebt steeds houvast op drie punten en wordt daarom de driepuntmethode genoemd.

De driepuntmethode gaat als volgt.                                                                         Met beide handen houd je de handgrepen vast, terwijl je één voet op een stabiele ondergrond (de treeplank of straat) zet.
Maak hierbij steeds gebruik van de vaste handgrepen van de cabine. Het handvat van de bewegende deur en het stuur bieden géén geschikte steun.
Je stapt dus in met het gezicht gericht naar de cabine en komt achterwaarts uit het voertuig. Kijk even om voordat je (achteruit) weg stapt of er obstakels liggen of een ongelijke ondergrond is.



De trapjes en treden van je tuig dienen regelmatig geïnspecteerd te worden. In geval van kapotte of onderuit gereden treden, neem je zo spoedig mogelijk contact op met Aertssen Services. Op deze manier kan een herstelling ingepland worden. Tuigen die gebruikt worden tijdens grondwerken zijn vaak vervuild met grond. Om deze treden proper te houden dienen ze regelmatig uitgestoken te worden. Vermijd dat er olie op de treden komt en maak de treden regelmatig schoon.


Goed onderhoud van uw tuig gaat hand in hand met het voorkomen van ongevallen.


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.